-
1 embroil
v. verwikkelen; in een ruzie verwikkeld raken[ imbrojl]♦voorbeelden:embroil someone in • iemand betrekken bij(become/get) embroiled in • verwikkeld (raken) inembroil oneself with someone • met iemand overhoop liggen -
2 embroil oneself in
embroil oneself in -
3 mouiller
mouiller [moejee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nat maken ⇒ bevochtigen, invochten♦voorbeelden:→ ancre2 betrokken raken (bij) ⇒ in opspraak komen, zich compromitterenv2) 'm knijpen3) geil worden4) nat maken, bevochtigen5) aanlengen -
4 hineinsteigern
hineinsteigern, sich♦voorbeelden: -
5 enter into
v. naar binnengaan; deel uitmaken van; ergens op een positieve manier bij betrokken raken; aanmonsterenenter into -
6 hineinziehen
hineinziehenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 naar binnen, erin trekken2 〈informeel; figuurlijk〉betrekken, verwikkelen (in)♦voorbeelden: -
7 jemanden in einen Skandal hineinziehen
jemanden in einen Skandal hineinziehenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden in einen Skandal hineinziehen
-
8 catch up
inhalencatch up1 〈 informeel〉een achterstand wegwerken/inlopen♦voorbeelden:♦voorbeelden:caught up in an intrigue • betrokken bij een intrigecaught up in a daydream • in gedachten verzonken2 ophouden ⇒ opsteken, omhoog houden -
9 verwickeln
-
10 concerner
concerner [kõsernee]〈 werkwoord〉1 betreffen ⇒ aangaan, betrekking hebben op, raken♦voorbeelden:en ce qui me concerne • wat mij betreftpour, en ce qui concerne • wat betreftje ne suis pas concerné • dat interesseert me nietvbetreffen, aangaan
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский